Een geslaagde gezamenlijke aanpak personen met verward gedrag: van papier naar praktijk

Datum: 26-09-2019

Een gezamenlijke aanpak personen met verward gedrag. Dat lijkt zo simpel, maar dat blijkt het in de praktijk vaak toch niet te zijn. Ik heb ondertussen al een aantal opdrachten mogen uitvoeren in relatie tot personen met verward gedrag en beschermd thuis. Dit aangezien alle gemeenten hiervoor een lokaal plan van aanpak moesten opstellen.

Een plan van aanpak opstellen is niet de crux, maar wel om dit gezamenlijk met partners tot een goede implementatie te brengen. Het op papier zetten moet niet de hoofdzaak zijn, maar het daadwerkelijk met  elkaar willen gaan doen. En dat lijkt soms eenvoudiger dan het is. Vooral  waarbij het gaat om een samenspel van partners op het gebied van welzijn, zorg en veiligheid. Partners die niet altijd elkaars taal spreken en vaak verschillende invalshoeken hebben. Investeer hier met elkaar in om dit  te verkennen en erkennen en juist als meerwaarde te zien. Dat is stap 1.

Maar hoe kan je hierna tot een geslaagde aanpak komen? Hierbij een paar tips vanuit mijn praktijk:

  • ​​Uitgangspunt en basis is: We doen het samen! Korte lijnen, verantwoordelijkheid voelen en nemen, elkaars expertise benutten, buiten de lijntjes en werktijden willen en durven kleuren. Laat  de AVG geen excuus zijn om niet samen te werken. Er is ruimte genoeg als het maar samen met de inwoner is en niet over de inwoner.
  • Stel de inwoner centraal en zie deze als mens en niet als een persoon met verward gedrag. Wat heeft hij/zij nodig? Neem hun inbreng en van het sociale netwerk serieus. Steeds meer wordt  gebruik gemaakt van de inzet van ervaringsdeskundigen. Dit is een waardevolle aanvulling naast de professionele inzet. Hierbij moet het er niet om gaan wat beter is, maar wat het beste aansluit bij de vraag en behoefte van de inwoner.
  • Vroegtijdige signalering vindt al plaats bij buurtbewoners, winkelpersoneel, postbodes en (sport) verenigingen die zich zorgen maken over een inwoner. Zorg dat zij handvatten krijgen om aan de inwoner zelf te vragen of er wat aan de hand is en of zij ondersteuning nodig hebben. 
  • ​Maar zorg ook voor een goede en korte lijn van meldig tot opvolging van de melding. Weten mensen waar ze terecht kunnen met een signaal of een vraag voor advies? Hoe wordt deze opgepakt?  Krijgt de melder een terugkoppeling en op welke wijze? Maak onderscheid tussen een acute melding/crisis en een melding/signaal waarbij een burger of organisatie zich zorgen maakt over een inwoner, maar er niet direct moet worden geschakeld.  
  • Zorg voor een goede basisstructuur door het opbouwen van een (positief) sociaal netwerk, dagbesteding, ontspanning, ondersteuning bij financiën etc. Bouw hier voort op wat er al is en verstevig dit.
  • Een goede samenwerking en samenwerkingsafspraken tussen de GGZ, sociale teams, welzijnswerk en informele netwerken is cruciaal. Dit ook al voordat dat iemand weer in de wijk komt wonen.
  • Zorg dat ondersteuning dichtbij en flexibel is ingericht. De inzet van een wijk-ggz'er is hiervan een goed voorbeeld.
  • ​Kijk niet alleen naar de inwoner als een persoon met verward gedrag, maar naar de hele persoon en zijn omgeving.  Ga uit van het basisprincipe van de transformatie: 1 regisseur, 1 plan en 1 huishouden (en eigenlijk 1 budget). 
  •  Neem de tijd en heb het lef om op onorthodoxe manieren contact te leggen en vertrouwen op te bouwen. Zorgmijders mijden vaak geen zorg, maar het systeem. 
  • ​Inwoners niet te snel los laten. Deze trajecten hebben een lange adem en tijd nodig. Tijd in lengte en uren inzet. 
  • ​Houdt een lijntje en contact, ook als de situatie weer stabiel(er) is. Een zogenaamde waakvlamfunctie die een kopje koffie komt drinken en daardoor sneller kan signaleren als de situatie weer dreigt te escaleren. Dit kan een professional zijn, maar ook een ervaringsdeskundige of vrijwilliger.


 


Een geslaagde gezamenlijke aanpak personen met verward gedrag: van papier naar praktijk